15-2-2019 Van der Linde – Middelstum

Erro ergo sum… Ik maak fouten, dus ik besta. Dat was het motto van Tartakower, Savielly Tartakower, de Pools-Franse grootmeester, die vooral actief was tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw.
Van fouten leert een schaker het meest. Dus, hoe meer fouten er worden gemaakt, hoe beter het is. Een partij verliezen is beter dan een partij winnen. Behalve voor de reet-ting natuurlijk.

Met dit idee in het achterhoofd toog Middelstum 1 naar Winschoten om tegen Van der Linde 1 te spelen. Deze schaakclub stamt uit 1874. De naam is ontleend aan de schaakhistoricus Antonius van der Linde, die bij brief werd gevraagd of hij zijn naam aan de ‘schaakklub’ wilde lenen.

‘De redenen die haar tot dit besluit gebracht hebben, zijn hoofdzakelijk de volgende: Niet langer als heiden willende leven, zag zij uit naar een geschikten naam, en al dadelijk viel haar ’t oog op uwen naam, als die van den schaakhistoricus bij uitstek, en van een schaakmeester wiens naam in Europa een goeden klank heeft.
En bovendien kwam het haar voor, beneden alle kritiek te zijn, om, wanneer ons klein landje zulk een meester op het schaakbord opleverde, haar toevlucht te gaan zoeken in het buitenland. U zult ons schaakgenootschap ten zeerste verplichten met het eerelidmaatschap aantenemen en het peterschap te willen aanvaarden.‘

Dat wilde hij wel.

‘Mijne Heeren, leden der Schaakklub te Winschoten! Ik aanvaard met groote ingenomenheid het eerelidmaatschap en het peterschap uwer vereeniging, die mij den 28sten september uit uwen naam in een schrijven van uwen sekretaris zijn aangeboden, en zend u hierbij mijn apostolischen schaakzegen.
Naar oud en goed gebruik mag een peter niet verschijnen met leege handen. Daarom heb ik het genoegen u éen der twaalf buitengewone exemplaren van mijn geschiedwerk en eenige dubbelen mijner schaakboekerij aan te bieden. Van laatstgenoemden volgen er later noch eenige.
Tot het bestuur van verenigingen, gewijd aan de beoefening van het spel des geestes, zooals ze mij voor den geest staan, behoort ook een bibliothekaris. Kennis is macht op elk gebied! Een kerk met onwetende priesters, een volk zonder bloeiende hoogescholen, schaakliefde zonder litteratuur, – ze hebben geen van allen bestand. Laat ten opzichte van het laatste een frissche richting uitgaan van Winschoten, zooals ook in den vrijheidsoorlog de viktorie begon van Alkmaar! Ex oriente lux [=Het licht komt uit het Oosten], maar uit het Noorden de kracht! Kwijnende volken schaken niet, maar wel zij, die een krachtig nacionaal leven ontwikkelen. Als Nederland zedelijk niet bloeit, laat het althands onze schuld niet zijn!’

Geen buitenlandse namen (Staunton te Groningen, Philidor te Leeuwarden) voor de Winschoter schakers. Een frisse richting, de kracht uit het Noorden, maar voor de Middelstumers bleek deze avond het licht wel degelijk het Oosten te komen. Er werd verloren met 5½ – 2½ Anderhalf punt van die 2,5 werd geleverd door de familie Wubs.

Maar het begon met Jan Mark die een remise liet aantekenen, in een stelling waarin hij, als ik het goed heb, een pion meer had, maar waarover zijn tegenstander opmerkte dat hij vond nog steeds beter te staan. Doorspelen of niet was diens bekende dilemma en hij koos voor het vermijden van risico.

De volgende die klaar was met zijn partij, was Wim H. Ik zag zijn dame op b2 staan, waar Wim kennelijk een pionnetje had gesnoept. De vraag is dan altijd of die pion giftig is of niet. Dat bleek hij wel te zijn, want Wim’s dame raakte in het gedrang en kon alleen nog worden gered door een toren voor haar op te offeren. Dat is ridderlijk en elegant, maar leidt in het schaakspel doorgaans tot verlies. Zo ook hier.

De partijen van Harry en Free eindigden ongeveer tegelijkertijd. Harry speelde remise. Hij had een iets betere pionnenstructuur, maar het was onvoldoende voor de winst. Free verloor door de zwarte aanval die over hem heen kwam.

Joop dan. Joop raakte steeds meer pionnetjes kwijt en moest uiteindelijk toezien hoe hij mat werd gezet.
Daarop volgde het Middelstumer hoogtepunt van de avond. Nadat Bé een remise in de wacht had gesleept, won Gerry. Gerry lag aanvankelijk flink onder wit vuur. Hij bood remise aan, maar zijn tegenstander sloeg het aanbod af en slechts aanbod en aanvaarding maakt een overeenkomst bindend, zoals de eerstejaars rechtenstudent moet leren. Het gevolg van het afslaan van het aanbod was echter kenmerkend. Degene die een remiseaanbod afslaat denkt beter te staan. Dat leidt soms tot overschatting van de eigen stelling. Aldus geschiedde hier. Wit ging te ver in zijn overwinningsdrang en bood op zijn beurt remise aan. Gerry weigerde en won.
Toen was er nog één partij gaande. Die van uw verslaggever. Hij zou de volgende dag op vakantie gaan en dan neemt hij geen kompjoeter mee, zodat de opdracht van Onze Grote Leider Kim Jong Joop om een verslag te schrijven niet tot onmiddellijke uitvoering kon komen.
Ook in de partij van uw verslaggever speelde overschatting van de eigen stelling een grote rol. Het leek aanvankelijk goed te gaan voor wit en misschien stond hij ook wel wat beter, maar de mogelijkheden die zwart had werden schromelijk onderschat. Weliswaar won wit een pion, maar zwart kreeg de gelegenheid een pionnenopmars in het centrum op gang te brengen. Na een verkeerde torenruil, kwam wit in het gedrang en bleek de zwarte e-pion allen nog te stoppen door materiaal te geven. Volgens de kompjoeter had wit nog ergens een remise door zetherhaling kunnen forceren, maar wit was nog steeds aan het afkicken van de schijngedachte dat hij kon winnen. Dat kon hij niet, maar wel kon hij nu tevreden op vakantie gaan. ’s Nachts gelegen op zijn hoofdkussen murmelde hij zachtjes voor zich uit: ‘Ik maak fouten, dus ik besta!’ Frits